Michael de Jong is geboren in Frankrijk in 1945; zijn vader was Nederlander, zijn moeder een Frans-Baskische. Na de oorlog verhuisden ze naar Nederland en emigreerden vervolgens in 1950 naar de VS.
Michael begon op 13-jarige leeftijd met gitaarspelen en richtte vijf jaar later The Nightwalkers op, een groep die Bobby Bare begeleidde.
In 1965 verhuisde hij naar Detroit en werd vaste gast op het Ann Arbor Blues Festival. Tussen 1970 en 1974 toerde hij door de VS en eindigde in New Orleans, waar hij in stripclubs speelde. Daar deelde hij vaak het podium met Professor Longhair of The Neville Brothers.
De tien jaar die daar op volgden bracht Michael door in San Francisco en speelde met of begeleidde artiesten als Jerry Garcia, Paul Butterfield, Albert Collins, John Lee Hooker, Maria Muldaur, Country Joe, Charlie Musselwhite, Albert King en vele anderen. Hij werd al snel bewonderd door de lokale muziekcriticus Phillip Elwood.
In de tijd dat Michael in Jimmy Reed's bluesband speelde, begon hij zijn eigen nummers te schrijven, hetgeen door Reed zeer ondersteund werd. Omdat hij een ‘kleurrijk’ leven geleid had, was er ook meer dan voldoende om over te schrijven.
Michael nam zijn eerste plaat, All Night Long, op in 1981. Het was geproduceerd door Nick Gravenitis, Norton Buffalo en Greg Douglas (Steve Miller Band) waren belangrijke gastmuzikanten. Drie jaar later keerde hij terug naar Europa en nadat hij door diverse landen gereisd had, keerde hij terug naar zijn roots en vestigde zichzelf weer in Nederland, waar hij nog steeds woont.
Michael is een geweldige live-artiest en hij speelde met o.a. Van Morrison, Clannad en Jethro Tull. Zijn shows zijn energiek en emotioneel, pretentieloos en recht uit het hart, net als zijn platen. In Europa nam hij verschillende platen op, waaronder Fugitive Love Songs (Tombstone), Who's Fooling Who, Alive, Grown Man Moan, The Waiting Game, Immaculate Deception en Park Bench Serenade (Munich Records). Onder zijn gasten bevonden zich namen als Kevin Russell (Gourds), John Dee Graham (Calvin Russell) en Glen Fukanaga (Bob Dylan).
De verhalen van Michael de Jong's persoonlijke en muzikale leven zijn niets minder dan voer voor legendes en nachtmerries. Hij had het geluk om overdoses, waanzin en geweld, alcohol en drugs te overleven. Helaas ontkwam hij niet aan de littekens en de beschadigingen die door een dergelijk leven komen. Het is daarom begrijpelijk dat hij haast heeft - hij nam acht cd’s in acht jaar op en alle nummers zijn ofwel autobiografisch ofwel over zaken die hij zelf gezien heeft. Hij zingt over het eten uit afvalbakken, slapen op een busstation of de straten van Amsterdam, de gevangenis, het gekkenhuis, religie en politiek. Zijn teksten zijn gevuld met demonen en duisternis die zo diep reikt dat er maar één uitweg lijkt... zingen.
Gedurende een sabbatical in zijn tweede huis in Ierland wachtte Michael ‘for the cosmic dice to roll' en nam The Great Illusion op. Slechts één man en zijn gitaar in twaalf, tot de essentie gerduceerde, liederen opgenomen in een Nederlandse studio. Geen bekende gasten of producers, maar een oprecht en ontroerend album, dat positieve recensies uit de hele wereld kreeg.
In 2008 werd Le Voyageur Solitaire gereleased. Deze cd bevat studioversies van de nummers die Michael in Ierland schreef en in een live-versie opname als 'Echo From The Mountain'. Deze cd is nooit buiten de Benelux uitgebracht, reden voor Michael om de songs opnieuw op te nemen. Het album heeft een mooi digipack met een 24 pagina’s dik boekje en alles teksten in Engels, Frans en Duits. Michael zegt over dit album: ‘You know, all the interviews I do ask about my life, not my music and I am so proud of what I have achieved. My songs have now been translated in four languages, they will live longer than I will. This way I have slightly touched immortality.’
In 2009 volgde de cd For Madmen Only, op cd (MWCD 1022) en op 180 grs vinyl (6S 229008). Ook dit album werd door de pers omarmd als 'Een klein meesterwerk' (Revolver) en 'Beangstigend indrukwekkend' (OOR). De release werd begeleid door een uitgebreide tour langs de Nederlandse poppodia.
In 2012 brengt Michael Life in d-minor (MWCD 1025) uit. De cd is opnieuw volledig akoestisch, waardoor zijn sprekende teksten alle aandacht kunnen krijgen die ze verdienen: ‘Can’t fit in, I can’t break out’. Ook dit album wordt goed ontvangen door de pers.